Cusco - Abancay - Andahuaylas

19 oktober 2014 - Andahuaylas, Peru

Onze reis door de Andes, zeg maar in de lengterichting, start met een grote bus vanuit Cusco. Zoals iedere keer blijf ik in de gaten houden of onze bagage wel ingeladen wordt.
De bussen zijn vaak oud en stoten zoveel roet en stank uit dat 1 bus net zoveel uitstoot als de complete maandagochtendspits in Nederland. Volgens de reisgidsen is onze route nagenoeg onbegonnen werk van slechte bergwegen. Wat schets dan ook onze verbazing dat we over een vrij nieuwe 2-baansweg door de bergen kruisen. In Abancay moeten we beslissen of we met een toyota busje verder gaan of blijven slapen. Abancay is echt drie keer niets dus we gaan meteen door, volgens de rough guide, met het enige busbedrijf dat "moedig genoeg is" om de gevaarlijke rit te maken. Maar toch, ook nu weer een brede 2-baansweg. De mooie nieuwe weg blijkt niet meer de hoogstgelegen dorpjes aan te doen. Maar daar willen wel twee mensen naar toe. Kortom: wij over de oude onverharde weg, een uur omweg, alleen maar hobbelen over grote kuilen. Gelukkig is het donker zodat we niet zien hoe diep het naast de weg is. Als die weg vroeger inderdaad 400 km zo was, dan begrijp ik dat het afgeraden werd.
Om kwart voor tien arriveren we eindelijk in Andahuaylas. Regen. Gelukkig vinden we een redelijk hotelletje voor 50 sol (12,5eu). Eten kan ook nog wel in een pollo-eetschuur. Wij kunnen inderdaad om half elf nog naar binnen. In dit gebied wordt dus echt geen woord Engels gesproken en ook het Spaans herken ik niet meer. Als ik de kaart vraag snapt de bediende er niets van. Later begrijpen we dat die ook niet echt nodig is, ze hebben drie gerechten, kip gegrild, kip als een soort schnitzel en iets van kip met een stokje mixgril.
Toch rent een van de meisjes met een soort Eureka glimlach naar de kast en legt ons triomfantelijk de enige menukaart voor die de eetschuur rijk is.
Dan is er nog een discussie over onze keuze, nee we doen niet net alsof, we begrijpen je echt niet. De keuken gaat aan de slag, het personeel gaat de zaal poetsen. Nu denken we te begrijpen wat ze wilden, de bedoeling was dat we het als take away mee zouden nemen, maar ja ik had iets aangeven dat ik het daar wilde opeten. We hebben nog nooit zo snel ons gerecht naar binnen geschoven. We kregen nog 3 extra bordjes sla, want dat moesten ze anders toch maar weggooien. Volgens mij zei ze iets dat we dat maar als het dessert moesten zien. Onder het al bijna geheel neergelaten rolluik verlaten we om elf uur het pand.
Snel naar bed, morgen op zoek naar een colectivo-busje dat ons naar Ayacucho kan brengen.
We kopen kaartjes voor 9 uur, dan moeten we ergens om 3 uur aankomen in Ayacucho. Maar het busje is niet vol, dus vertrekken we niet. Het laat hun koud dat de overige passagiers weg willen, je hebt toch al betaald. Dan blijkt ook nog eens dat ze stoel nummer 3 en 4 drie keer verkocht hebben. Dus een hoop gezeur wie nu waar mag zitten. Waar maak je je druk over, er is geen enkele plek fatsoenlijk. Nu komen eindelijk zelfs de Peruanen in opstand, bonzen op de bus en schreeuwen iets van Ophouden met dat gez... en vamos! We liggen al een uur achter.
Zoals gebruikelijk wordt er verder geen woord gewisseld maar wordt er wel weer een muzakje de bus in geblazen. De vrouw achter mij vindt het kennelijk wel mooi, ze zingt de melodie zachtjes met zeer hoge stem mee. Verder valt zowat iedereen in slaap. De mevrouw met hoge hoed voorin de bus ligt bijna met haar hoofd op de schouder van de chauffeur. De mensen verwachten ook veel kou in het hooggebergte. Sommigen zitten dik ingepakt in een deken, winterjas en sjaal om het hoofd. Om een uur of twaalf stopt de chauffeur en gaat ergens eten. Hoe lang we hier blijven, geen idee. enkele mensen gaan ook eten in het onooglijke tentje. Wij kopen bij de buren iets veiliger in, bananen, 5 voor 1 sol, en vier cakejes voor twee sol. ondanks dat het zicht uit zo' n klein personenbusje beperkt is, genieten we van de mooie uitzichten. Boven de 3000 m is alles kaal, maar anders dan in bijvoorbeeld de Alpen. Tot de hoogste punten is de berg groen met een soort steppengras alleen daar waar we niet komen, ligt rots en sneeuw mooi te wezen in de zon. Even snel duiken we weer een uur naar beneden en wordt de vegetatie subtropisch. En dat een paar keer per reis.
Rond een uur of vier komen we aan. Dan zetten we de bagage neer bij een koffietent. Na een kopje koffie ga ik rondlopen om enkele aanraders uit de Lonely Planet te bekijken, geen enkele komt overeen met de beschrijving. Beide reisgidsen zijn voor wat betreft de informatie in de Andes ronduit slecht. 

Foto’s